van de Volkskrant

vkbanen magazine

Je bent hier:

Voorpagina > Actueel > 'Ik voel me nu machtiger'


'Ik voel me nu machtiger'

10 augustus 2010 / Annette Posthumus

foto: Joost vd Broek 

De Rotterdamse Columniste Carrie (56), sinds kort advocaat, begon als sociaal werkster bij het JAC in Rotterdam. Deel 4 uit de serie Eerste Baan.

Carrie (56), ook wel bekend als ‘die rooie uit Rotterdam’, werkt tegenwoordig op een echt kantoor. Sinds 1 maart is ze advocaat bij Rietbergen en Partners, vlakbij de Rotterdamse rechtbank. Aan de boekenkast in haar werkkamer hangt een toga (‘echt belachelijk, joh, zo’n jurk’). Op het bureau een foto van haar zoon en dochter. Het lijkt of ze nog moet wennen aan de hele situatie. Een kantoorbaan is dan ook al lang geleden, meer dan dertig jaar, toen ze als maatschappelijk werkster bij het JAC (Jongeren Advies Centrum) in Rotterdam begon.

Carrie Jansen, geboren in 1954 in Utrecht.

1972-1976: Sociale Akademie Utrecht
1976-1979: maatschappelijk werkster bij JAC Rotterdam
vanaf 1980: eigen kledingzaak Black Widow, columniste bij Radio Rijnmond, Ophef en Vertier, Spijkers met Koppen, programmamaakster (o.m bij ASO show, Vrouw en Paard), schrijfster van diverse boeken.
1 maart 2010: Advocaat bij het kantoor Rietbergen en Partners, Rotterdam

‘Het JAC was toen een kantoorachtige organisatie, met vaste openingstijden van negen 9 tot vijf5. Alles ging er keurig en volgens de regels. De jongeren met problemen die er kwamen, werden meteen doorverwezen. Ik vond het er eigenlijk vreselijk. Na een jaar viel het kantoor uit elkaar. Met de mensen die overbleven hebben we er een heel ander soort organisatie van gemaakt, waar de deur altijd openstond voor weglopers en jongeren met problemen. We waren een hechte club. Als een van de meiden werd meegenomen door een verkeerde jongen en in Katendrecht achter het raam terecht kwam, gingen we haar met z’n allen terughalen. En dat werkte. Ik kon altijd door de politie gebeld worden, dag en nacht. Dan zeiden ze: ‘Car, we hebben weer een wegloper.’ Die ving ik dan op. Er waren tijden dat er zeventien 17 mensen in mijn piepkleine woninkje bivakkeerden.’

Waarom ving je die mensen in je eigen huis op?

‘Het was een tijd dat veel tehuizen dichtgingen vanwege bezuinigingen. Het was heel moeilijk om onderdak voor ze te vinden. Sommigen bleven maanden bij mij thuis wonen. De langste zelfs zeven maanden.Ik nam voornamelijk meisjes in huis. Het was meestal heel gezellig. Ze waren bij elkaar, daardoor ontstond er een soort zelfhulpgroep. Ze herkenden dingen bij elkaar, wisten welke hulp een ander nodig had en konden elkaar troosten. De groep werd een familie die op elkaar paste.’

Je was zelf pas 22. Kon jij al die problemen aan?

‘Ja, dat lukte wel. Ik had voor mijn studie ook al drie jaar stage gelopen bij het JAC in Utrecht. Daar ben ik heel goed begeleid en ik heb er geleerd in welke vallen je kunt trappen. Dat je je bijvoorbeeld niet te erg moet hechten aan de mensen die je helpt.’

En dat lukte?

‘Niet altijd. Maar ik ben wel een daadkrachtige hulpverlener. Uithuilen en troosten is belangrijk, maar daarna ging ik organiseren: uitkering, school, werk. Het is wel een keer verschrikkelijk misgegaan. Ik had, geïnspireerd door de vrouwenbeweging, een meidengroep opgezet. De jongens werden er op geen enkele manier bij betrokken, terwijl ze dat wel wilden. Ze waren daar tot diep in hun hart gekrenkt over, maar ik had er schijt aan. Heel stom van me. Toen hebben drie jongens ingebroken en brand gesticht. Daarbij zijn twee kinderen in de woning erboven omgekomen. Verschrikkelijk. Ik dacht: ik met mijn grote bek ook.’

Ben je na dat drama gestopt?

‘Vrij snel daarna. Bovendien was ik hondsmoe. Het werk hield nooit op. Ik heb geen nacht ononderbroken kunnen slapen. In die tijd kwamen ook de harddrugs naar Rotterdam. Daar was ik niet op voorbereid en ik kon er helemaal niks mee. Je kreeg geen contact meer met mensen. Niemand in Rotterdam wist er raad mee. De GGD wist amper wat ze met een geval van overdosis moesten. Ik kon er niet meer tegen strijden en ben gestopt.’

Je bent daarna in diverse media columns gaan schrijven, waarin je je kwaad maakt over allerlei sociaal onrecht. Waar komt die verontwaardiging en de neiging om mensen te helpen vandaan?

‘Heb ik altijd al gehad. Mijn moeder zei: ‘Als er iets oneerlijks gebeurde, of er op school een kind werd gepest, dan stapte jij ertussen’. Ik wil graag mensen helpen, misschien omdat ik besef dat het mij ook kan overkomen. Ik kan óók op straat terechtkomen. De stoom komt me regelmatig uit de oren als er onrecht is en je krijgt te horen: dat is nou eenmaal de regel. Ik heb vaak ruzie gemaakt met ambtenaren of vertegenwoordigers van de macht. Dus ik word nog heel vaak boos. Helaas.’

Is dat ook de reden dat je rechten bent gaan studeren, om meer te kunnen bereiken?

‘Ja, ik voel me door mijn studie en mijn titel veel machtiger. Je krijgt echt meer voor elkaar.’

En moet je je vaak inhouden nu je advocaat bent?

‘Vooral bij de rechtbank merk ik dat heel erg, ik kan niet meer enorm tekeer gaan. Je moet je aan regels houden. Dat vind ik best moeilijk.’

Dus het is nog even wennen, deze baan?

‘Heel erg. Ik ben natuurlijk gewend om met een telefoontje van alles te regelen. Nu zijn er formele eisen, moet ik ‘mitsdien’ schrijven en ‘geeft eerbiedig te kennen’, anders nemen ze het niet aan. Een beetje onzinnig. Als ik ‘groot edelachtbaar college’ moet zeggen, krijg ik dat mijn strot niet uit. Maar ik zit hier op mijn plek, ik heb het juiste beroep gekozen.’

En die toga, voel je je daar senang in?

‘Nee, ik vind het echt belachelijk, zo’n jurk met een befje. Een beflapje noem ik het. Ik wilde eerst Rotterdamse mode-ontwerpers vragen een toga voor me te ontwerpen, leuk een blote billen toga of zo. Maar ja, ik ben nu ook al 56, dus ik slik ‘t maar.’


Lezersreacties 4

Stelling

    • cor verhoef
    • 12|08|10
    • (Bangkok, 46, leraar Engels)

    Wat een klassemeid is Carrie toch. Puur goud!

    • Peter Assinck
    • 11|08|10

    Klasse!
    Eindelijk een advocaat die te vertrouwen is.

    • Hans
    • 10|08|10

    Ik weet niet wie Carrie ooit verteld heeft dat advocaten 'mitsdien' en 'geeft eerbiedig te kennen' moeten gebruiken omdat 'ze het anders niet aannemen', maar het is tegenwoordig ook voor rechters achterhaalde flauwekul. Als je met een goed doortimmerd verhaal komt, heb je die poeha niet nodig om door een rechter serieus te worden genomen. Dat kan ik u verzekeren.

    En spreek de rechtbank maar gewoon aan met 'leden van de rechtbank', 'meneer/mevrouw de rechter' of 'voorzitter'. Dat hebben ze veel liever.


Geef je reactie

deelname voorwaarden

* Verplichte velden

Meer artikelen


376 vacatures

zoeken




Terug naar boven, naar de homepage