4. Voorstelling bedrijf

woensdag 19 juni 2002

Omhoog
1. Inhoudsopgave
2. Voorwoord
3. Abstract
4. Voorstelling bedrijf
5. De opdracht
6. Oplossingsmethodiek
7. Het programma
8. Conclusie
9. Bibliografie

 

4.                 Voorstelling bedrijf

4.1.           De situering

Keramo-Steinzeug NV is een internationale onderneming met hoofdzetels in Keulen (Duitsland) en Hasselt (België). Zij ontwikkelt, produceert en verkoopt geglazuurde gresbuizen, hulpstukken en toebehoren voor woningbouw en industriële en openbare rioleringsstelsels.

De intrinsieke materiaaleigenschappen zoals waterdichtheid, mechanische sterkte, chemische bestendigheid en erosiebestendigheid, zorgen samen met de eigenschappen van de in de fabrieken aangebrachte dichtingen voor een product met een zeer lange levensduur.

Keramo-Steinzeug NV produceert een volledig gamma van buizen en hulpstukken van diameter 100 mm. tot en met 1400 mm. Doorpersbuizen, inlinerbuizen en inspectieputten vervolledigen het leveringsprogramma. Het nieuwste product is Keraline. Dit zijn platen samengesteld uit keramische tegels en opgevoegd met zuurbestendige kit. Ze dienen vooral als in-situ-bekleding van aangetaste betonbuizen, -inspectieputten, -kunstwerken.

De producten zijn geglazuurd en worden volgens internationaal erkende normen geproduceerd. Daarenboven zorgen - naast een eigen kwaliteitsbewakingssysteem - een aantal onafhankelijke, internationale keuringsorganisaties ervoor dat zowel aan de normen als ook aan de ISO 9002 specificaties wordt voldaan.

Keramo-Steinzeug NV beschikt via Steinzeug Abwassersysteme over productie-eenheden in Hasselt (België), in Keulen en Bad Schmiedeberg (beide in Duitsland), in Ceske Budejovice (Tsjechische Republiek), in Caïro (Egypte) en in Kuala Lumpur (Maleisië). De belangrijkste afzetmarkten zijn Duitsland, België, Nederland, Zwitserland, Oostenrijk, Frankrijk, Spanje, Italië, de Scandinavische landen, Polen, de Tsjechische Republiek, Slovenië, verschillende Oost-Europese landen, Egypte, Yemen, Noord-Afrika, Brunei, Hong-Kong, Singapore, Taiwan, Australië en Nieuw-Zeeland.

 

 

De verkoop en marketing van Keramo-Steinzeug NV wereldwijd is steeds gebaseerd op een succesvolle samenwerking met de marktpartners. Opdrachtgevers, ontwerpers, aannemers en handelaars weten dat Keramo-Steinzeug NV een professionele en betrouwbare partner is en zowel in de planningsfase als in de uitvoeringsfase op geen inspanning kijkt om het project tot een goed einde te brengen. Het logistieke apparaat van Keramo-Steinzeug zorgt er dan weer voor dat de producten tijdig op de werven komen, waar ook ter wereld.

Een keuze voor gres is immers een keuze voor kwaliteit en daar draagt Keramo-Steinzeug NV graag toe bij.

 

4.2.           De achtergrond

4.2.1.   Gres als materiaal

Gres of steengoed is een keramisch product dat zonder toevoeging of bijmenging van andere materialen samengesteld wordt uit kleisoorten die bij baktemperaturen van 1150 tot 1350 °C een zekere graad van verglazing (sintering) bereiken.

Gres vormt een overgang tussen aardewerk en porselein; het bezit de harde en dichte scherf van dit laatste, maar is door verschillende metaaloxiden zelden wit; het laat ook geen licht door. Het is door de dichte sintering vrijwel niet poreus. De bestandheid tegen chemische en mechanische invloeden is uitzonderlijk goed.

De aard van het bakproces, oxiderend of reducerend (dwz. onder vermeerderde of verminderde toevoer van zuurstof) is van grote invloed op het uiterlijk. Een reducerende ovenatmosfeer veroorzaakt de blauwgrijze, een oxiderende de meer gele of bruine kleuren van de scherf. De gele en bruine tinten van het glazuur komen meer bij de oxiderende methode tot uiting.

Vroeger kwam het gres vooral voor als huishoudelijk gebruiksgoed, maar nu lijkt dit volledig te keren. Gedurende de laatste honderd jaar zijn er immers steeds meer technische toepassingen ontstaan, o.a. voor rioolbuizen (vervangen steeds meer de vroegere betonbuizen) en vloertegels, maar vooral ook in de chemische industrie. Gres is immers goed bestand tegen aantasting door zuren en alkaliën en leent zich daardoor voor bekleding en vulling van kuipen, vaten en apparaten, leidingen, kranen en zelfs pompen. Door de grote slijtvastheid is het ook bijzonder geschikt voor vloertegels, traptreden en vensterbanktegels.

Gres heeft immers een specifieke oppervlakte-afwerking met niet voorbehandeld zoutglazuur. Op deze manier vormt zich een dunne, harde, chemisch zeer resistente glazuurlaag (Keuls aardewerk, gresbuizen) op het product. Doordat hier sprake is van een chemische stofreactie aan het oppervlak vormt de glazuurlaag een duurzaam geheel met de scherf

 

4.2.2.   Algemene eisen aan rioleringen

Gres vervult op onovertroffen wijze het complexe geheel van eisen dat aan rioleringen voor vuilwatertransport gesteld wordt. Opdrachtgevers en ingenieursbureaus kiezen voor gres omwille van zijn:

·        uitstekende chemische bestendigheid;

·        erosieweerstand;

·        blijvende hydraulische gladheid;

·        hoge dichtheid van de wand en verbindingen;

·        flexibiliteit in de verbindingen;

·        weerstand tegen hogedrukreiniging;

·        hoge kruindrukwaarden.

 

Al deze eigenschappen zorgen voor een lange levensduur. Dit kan gestaafd worden aan de hand van duizenden voorbeelden uit de praktijk, waarbij gres ook na 100 jaar gebruik nog optimaal functioneert. Bij een gres rioleringssysteem wordt er steeds meer voor geopteerd om ook inspectieputten in gres uit te voeren.

Naast mantoegankelijke inspectieputten waarin personen geregeld moeten kunnen afdalen (vanaf diameter 1000 mm), bestaan nog andere toegangsmogelijkheden tot het riool.

Moet slechts zeer sporadisch in een riolering afgedaald worden, dan volstaat een DN 800 mm. Bij werkzaamheden in deze put kunnen immers extra veiligheidsmaatregelen worden genomen (harnas).

Wenst men op tussenliggende punten in rechtdoorgaande leidingen en gelijkblijvende diameter toch een bijkomende controlemogelijkheid, dan kan dit met de eenvoudigere gres T- of Y-toezichtsconstructies.

Deze T- of Y-constructies laten wij buiten beschouwing omdat zij niet onder onze opdracht vallen.

 

4.2.3.   Specifieke eisen aan inspectieputten

Waar hoge eisen gesteld worden aan chemische bestendigheid en waterdichtheid wordt vaak voor gresinspectiesystemen gekozen.

Zo worden bijvoorbeeld gresinspectieputten geplaatst bij:

·        een vuilwaterstelsel;

·        de overgang van een drukriolering in een vrij-verval-riolering (hoog risico van biogene zwavelzuurontwikkeling);

·        industrieterreinen;

·        beschermingszone II in waterwinningsgebieden;

·        stortplaatsen.

Bij dergelijke toepassingen moet men ook aan de inspectieputten bijzondere aandacht besteden. Door de leiding en de inspectieputten in éénzelfde materiaal, namelijk gres, uit te voeren, bekomt men een betrouwbaar en economisch verantwoord systeem met lange levensduur.

Conform aan het standaardbestek 250 (Vlaanderen) maakt men opnieuw onderscheid tussen de twee puttypes, namelijk putten met:

·        richtingsveranderingen, samenvloeiing;

·        een doorgaande leiding.

           

 

4.2.4.   Gres inspectieput met meerdere aansluitingen en richtingsveranderingen

Het type en aantal aansluitingen dat mogelijk is op een gres inspectieput is afhankelijk van:

·        de diameter van de aansluiting;

·        de hoeken tussen de aansluitingen;

·        het verschil in vloeilijn tussen de aansluitingen;

·        de diameter van de inspectieput (meestal ND 800 en ND 1000).

Deze inspectieputten kunnen worden geleverd inclusief de dekplaat.

 

Onderdelen van de gres inspectieput

 

1.   gietijzeren deksel

2.   putrand

3.   regeling

4.   dekplaat in gewapend beton met mangat Ø 700 mm

5.   corrosiebescherming (optie)

6.   bitumineuse voegband als drukverdeelring en afdichtingsring, thermisch gekleefd

7.   gresopzetstuk op maat

8.   bitumineuse voegband als drukverdeelring, thermisch gekleefd

9.   PU zacht dichtingsdeel op spieëind

10. PU hard dichtingsdeel in de mof

11. basisputelement, ND 800 of ND 1000, hoogte minimum 0.9 maximum 2.3 m (door opkleven)

12. gres aansluitmofstuk ingekleefd met epoxyhars

13. afwerking van de bermen met tegels, epoxylaag of keraline

14. stroomprofiel in gres

15. opvulling met beton sterkteklasse C30/37 en hijshulpmiddelen als wapening

16. manipulatiehaken

17. hoogte tussen maaiveld en vloeipeil

 

4.2.5.   Opmaak van puttenstaat en constructietekeningen:

Na ontvangst van de bestelling worden aan de hand van het bestek, plannen en/of de ingevulde puttenstaat door de tekenafdeling constructietekeningen gemaakt in AutoCAD. Het verdient de voorkeur dat de klant alle relevante gegevens voor de fabricage van elke put invult op de puttenstaat waarvan een voorbeeld is toegevoegd.

Het is belangrijk het juiste aantal en het type aansluitingen (materiaal, diameter, sterkteklasse) te kennen. Bovendien moeten worden aangegeven: de diameter van de put, de hoeken tussen de aansluitingen, de hoogte van de vloeilijnen, het maaiveldpeil en de afstand tussen maaiveld en bovenkant van de gresput.

Er wordt van uitgegaan dat de afstand tussen de bovenkant van de put en het maaiveld 40 cm bedraagt tenzij anders door de klant wordt opgegeven. De door het tekenbureel verzorgde constructietekening wordt gebaseerd op de gegevens van deze puttenstaat (of eventueel andere documenten) en aan de opdrachtgever/uitvoerder ter goedkeuring voorgelegd. Op deze tekeningen staan ook reeds de productiedetails voor het verzagen en assembleren. Hierbij vindt u ook een voorbeeld van een afgewerkte constructietekening.

Na goedkeuring van deze tekening door de aanvrager volgen: interne productieorder, productie, testen, eindcontrole en vrijgave.

 

4.2.6.   Bijzonderheden en eigenschappen bij enkele uitvoeringsdetails

Voor een meer uitvoerige beschrijving van uitvoeringsinstructies, ingangscontrole, fabricagecontrole, interne keuringscriteria kunnen we u verwijzen naar het Keramo kwaliteitsdossier WD 0595.

Gresonderdelen

Het gresmateriaal en de dichtingen worden getest conform EN 295-6 en EN 295–1.

De afstand tussen de schuine kraag van het gres aansluitstuk en de buitenwand van de put is maximum 5 cm. Standaard bestaan alle aansluitingen uit mofstukken, tenzij de klant expliciet specificeert dat de uitloop een spiestuk moet zijn.

In principe zijn alle in te kleven verbindingen in gres. Eventuele overgangen naar een ander materiaal met afwijkende buitendiameter kunnen gemaakt worden met U-ringen, adapterkoppelingen of M-manchet type 2B met onderlegring(en).

Op expliciete vraag van de klant kunnen andere buismaterialen die met epoxy (keramastic) verlijmbaar zijn (bv. GVP, gietijzer) rechtstreeks in de gresputwand worden ingekleefd. De klant zorgt er dan voor dat de nodige buisstukken tijdig worden toegeleverd.

De kruindrukweerstand van het buiselement waaruit de schacht is gemaakt, is minstens deze van de klasse L (FN 60). Het bovenste opzetstuk wordt aan de spiezijde (bovenaan) in principe niet voorzien van een polyurethaanafdichtingsring tenzij dit uitdrukkelijk zou gevraagd worden door de klant (wel bigumaband, zie verder). In dezelfde zin wordt op een basiselement enkel een polyurethaandichting voorzien wanneer er nog een gresopzetstuk op komt.

Gezaagde onderdelen worden gekeurd met een tolerantie van ± 10 mm voor schachtlengtematen, ± 5 mm voor lengtematen van de aansluitingen en ± 2° voor de hoeken. In principe is het basiselement 1.0 m tot max. 1.2 m hoog. Geringere hoogtes dan 1.0 m moeten expliciet aangegeven worden door de klant. Bij aansluitingen > 400 mm is het basiselement > 1.0 m. Door opkleven van schachtsecties kan dit verhoogd worden tot maximaal 2.3 m. Is deze totale hoogtemaat groter, dan wordt het verhogen steeds gerealiseerd door aparte schachtopzetstukken met mof.

Een aansluiting kan nooit worden gerealiseerd ter hoogte van de verbinding tussen het basiselement en het opzetstuk of ter hoogte van de epoxykleefnaad tussen basisstuk en opgekleefd stuk. Bovendien wordt tussen bovenkant van een boring en het spie-einde steeds een minimumafstand gehouden. Deze bedraagt 12 cm ter hoogte van een mof-spieverbinding en 9.5 cm ter hoogte van de lastverdeelplaat of epoxyverbinding. De afstand tussen de laagste vloeilijn en onderkant put bedraagt 30 cm bij putten ND 800 en 35 cm bij putten ND 1000.

Hijshaken

De 4 hijshaken per put (uitzonderlijk 3) zijn in lengte aangepast aan de hoogte van het basiselement. Het is glad staal 37 met een diameter van 12 mm en de doorvoeropening door de greswand wordt met epoxymastic verder opgevuld. Deze haken dienen tevens als wapening van het vulbeton hoewel wapening niet strikt nodig is. Voor het manipuleren van de opzetstukken zijn gekeurde hijsklemmen - op de correcte manier gebruikt - een veilig hulpmiddel. Als voorbeeld hebben we een hijshakenschema voor een ND 1000 toegevoegd.

Biguma-band

Op de bovenkant van de gresput wordt standaard steeds een bigumaband aangebracht. Deze ring dient voor de verdeling van de bovenbelasting, om zijdelings verschuiven van de bovenliggende lastverdeelplaat tegen te gaan en als waterdichte verbinding. Om dit laatste op de werf te verkrijgen wordt de bigumaband licht verwarmd juist voor de plaatsing van de lastverdeelplaat. De band is gelijkmatig over de wanddikte geplaatst en heeft als afmetingen hoogte x breedte; 15x40 mm. Ook tussen elke mof-spie verbinding van de putelementen is dergelijke bigumaband voorzien.

Vulbeton

Dit is gewapend vulbeton in de sterkteklasse C 30/ 37, mechanisch verdicht en met toevoeging van hulpstoffen zoals vloeimiddelen en plastificeerders. De druksterkte wordt gecontroleerd. Bovenop het vulbeton komt een waterdichte en krimpcompenserende gietmortel met een laagdikte van 15 cm.

Afdekplaat

Verdeelplaten kunnen met de put worden meegeleverd. Deze plaat is aan de onderzijde en ter hoogte van de doorgang (700 mm) op vraag voorzien van een epoxybekleding. Het betreft een Benorgekeurde afdekplaat in gewapend beton overeenkomstig PTV 101 van PROBETON. Het mangat dient rakend aan de schachtwand te worden gemonteerd zodat een klimladder geplaatst kan worden. Voor de plaatsing van vergrendelbare waterdichte putdeksels kan –op aanvraag- de verdeelplaat aan de put worden verankerd.

Bekleding van de zijbermen

Twee varianten worden aangeboden. De helling van de bermen bedraagt 5°. Bij bestelling moet het type afwerking worden vermeld.

Epoxybekleding (Keramastic);

Deze wordt steeds op voorbehandelde oppervlakken aangebracht (verwijderen van toplagen). De laagdikte bedraagt minstens 3 mm. Nabij de gresschalen en de putbinnenwand bedraagt de hoogte van de aangebrachte epoxylaag zelfs respectievelijk ca. 10 en 50 mm. De epoxykenmerken zijn conform aan de eisen beschreven in het standaardbestek 250. Er worden laagdiktetesten, hechtingsproeven op gres en op beton uitgevoerd.

Grestegels/gresplaten;

Op maat worden grestegels of bermplaten ingepast op de zijbermen tussen de putwand en de gres-halfschalen

Geheel van de inspectieput

Waterdichtheid

Elk gresbasisputelement wordt tot aan de bovenkant met water gevuld en op zichtbare lekken gecontroleerd. Verder vinden periodisch testen plaats op een basisputelement inclusief dekplaat. Getest wordt dan met een drukhoogte tot bovenkant dekplaat. Een andere test die periodisch wordt uitgevoerd is deze met een opzetstuk bij een druk van 5 m waterkolom. Bij deze 15 minuten durende test mag de watertoevoeging die eventueel nodig is om de druk van 5 m waterkolom in stand te houden niet meer bedragen dan 0.07 l/m2 binnenoppervlak.

Mechanische sterkte

Ook werd onder externe controle een typetest uitgevoerd op de sterkte van de gresput ND 800 en ND 1000. Hierbij weerstond een basiselement van 1 m hoog met vier geboorde gaten voor ND 500 probleemloos een verticale belasting op het spie-einde van 19.5 ton. (Vraag van Aquafin: minimum 15 ton)

Palettering

Een gres inspectieput wordt bij de klant geleverd op een balkpallet met een volledig gesloten en watervaste bovenplaat (afmetingen 1400x1400 mm). De inspectieput wordt met het stroomprofiel van de grootste aansluiting dwars met de onderliggende balken geladen om beschadiging van de aansluitstukken te verhinderen.

Markering

Op elke inspectieput wordt een sticker met volgende informatie aangebracht.

 

·        PO : Elke put wordt gemaakt na het toekennen van een productieorder (PO).

·        putnr. : Volgnummer van de put.

·        ref.: Referentie, klant

·        inbouwdiepte : Bij inbouwdiepte van meer dan 10 m. wordt deze vermeld.

·        fabricagedatum : De einddatum van het assembleren van de put.

·        ND : Diameter van de schacht en de aansluitstukken.

·        dichtingssysteem : C of F van de schacht en de aansluitstukken.

·        klasse : De sterkteklasse van de schacht en de aansluitstukken.

 

Aanvraagformulier voor gresput(ten)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voorbeeld van een constructietekening voor een gresput

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Putdeksel in beton voor inspectieput ND 1000 (met benorkeurmerk).

 

Hijshakenschema voor gres inspectieput ND 1000.

 

Omhoog 1. Inhoudsopgave 2. Voorwoord 3. Abstract 4. Voorstelling bedrijf 5. De opdracht 6. Oplossingsmethodiek 7. Het programma 8. Conclusie 9. Bibliografie

Deze site is voor het laatst bijgewerkt woensdag 19 juni 2002